Een grote schuur op de juiste plek in de stad waar mensen kunnen zitten en kunnen spelen.
Gijs Scholten van Aschat
Vrijdag 6 september 2019 in café Stanislavsky te Amsterdam.
Net als met Jan Versweyveld, ook van ITA, heb ik met hem afgesproken in café Stanislavsky op het Leidseplein. Met een muntthee voor Gijs en voor mij een koffie, begin ik iets zenuwachtiger dan anders aan het gesprek. Dat een charismatische acteur je in werkelijkheid ook in je stoel drukt, ervaar ik nu. Tijdens mijn uitleg over het onderzoek bromt Gijs korte afgemeten ja’s met zijn bekende bariton stem.
Je hebt een enorme staat van dienst als acteur. Begonnen bij de Haagsche Comedie in het Koninklijke Schouwburg en nu al vele jaren bij ITA. Maar veel minder als schrijver of regisseur.
Ja. Voor Orkater heb ik wel wat geschreven en geregisseerd, zoals Hoti, The Prefab Four, De kortste eeuw, En ook wel nagedacht hoe iets vorm te geven. Maar dat mag allemaal geen naam hebben. Kijk, het theater is in de afgelopen veertig jaar zoals ik daarin werk enorm veranderd. De functie van het theater ook.
Hoe bedoel je dat?
Bij de traditionele schouwburg, waar eigenlijk alles vastzit, merk je dat deze steeds minder voldoet. Het veld vraagt om flexibiliteit. Als je een nieuwe schouwburg gaat bouwen moet je jezelf afvragen, waar gaat die schouwburg de komende dertig jaar voor gebruikt worden? En wat je nu ziet, even los van het feit dat er door enthousiaste wethouders en burgemeesters veel te veel schouwburgen zijn gebouwd, is dat vele schouwburgen in de problemen komen omdat ze niet meer geschikt zijn voor wat het veld wil. Nieuw te bouwen schouwburgen moeten dus nagaan wat voor culturele functie ze gaan hebben. En naar mijn idee is het een ontmoetingsplek, waar iets gezien kan worden. Dat kan van alles zijn, dans, performence, een tentoonstelling of voor mijn part toneel. Dus de flexibiliteit van de zaal is volgens mij echt belangrijk. Om een goed voorbeeld te geven, als je in de Stadsschouwburg van Utrecht speelt, wat een fijne zaal is, goed gebouwd, goed georganiseerd, daar kunnen ze een paar uur voor de voorstelling de opbouw van de zaal en daarmee het aantal zitplaatsen nog wijzigingen. Dat is heel prettig.
Maakt het voor jou als acteur uit of je tegen het publiek aankijkt?
Nou, dat ligt eraan. Een traditionele zaal is plat en het publiek kijkt tegen de acteurs aan. Je moet daar een ander soort theater voor maken, het heeft een andere mise en scène dan wanneer het publiek erop kijkt. Als je er meer op kijkt zit je meer in het stuk en maak je meer deel uit van het toneel. Als je er tegenaan kijkt heb je andere lijnen. Andere spanningslijnen ook.
Meer afstand?
Ja, ook meer afstand, en gek genoeg ook meer illusie. Want als je erop kijkt zie je wat er is. Je ziet alles. Wat je ziet, dat is er. Je mag alles zien. Dat is een groot verschil met vroeger. Vroeger was het meer, je ziet iets en de rest zie je niet, die moest je erbij denken. Dat was wel spannend.
Men begon ook met het doek dicht.
Ja precies, dat is al lang niet meer zo. Ik hou daar wel van. Van die illusie dingen, coulissen, voordoek.
Dat soort toneel komt minder vaak voor. Dus als je nadenkt over een zaal, wat daar zou moeten kunnen, dan zouden dat zo veel mogelijk verschillende dingen moeten zijn. Het eerste wat ik zou zeggen is flexibiliteit in de publieksopstelling. Daar bedoel ik ook mee, toneel in de zaal en publiek op het podium. Daarnaast moet het theater ook de plek zijn in de stad waar andere dingen kunnen gebeuren. De huiskamer van de stad. Waar je ook kan debatteren, vergaderen of een tentoonstelling kan bezoeken. Waar het gebouw dus niet alleen open is van half acht tot elf. Dat zie je bijvoorbeeld heel goed bij De Verkadefabriek in Den Bosch (afb 1). Het heeft door de plek in de stad een sociale functie, en door het goede eten en gezellig drinken is de cultuur daarbij gebaat. Want mensen die daar zijn, zien wat er speelt en denken, kom ik pak een voorstellinkje mee. Voor een nieuw gebouw zou ik als eerste een goede locatie zoeken. En zorg ervoor dat die locatie, die plek, niet alleen goed is om naar een voorstelling te gaan, maar ook veel meer is, en daarmee onderdeel wordt van het sociale leven.
Dan, als je het over de zaal hebt, heb je het over akoestiek, en voor ons als acteurs is dat natuurlijk ook heel erg van belang. Sta je in een galmbak of sta je ergens waar niets terug komt. De Koninklijke Schouwburg (afb 2) is een mooi voorbeeld van een prachtige akoestiek. Het is een oude klassieke ronde box, maar is daarmee door zijn klassieke vorm ook wel weer beperkt. Die is weinig flexibel.
We speelden daar de voorstelling De Kreeft en daarbij liggen we vaak op de grond. Dan ziet de helft van de zaal niet wat je doet. Dan werkt zo’n voorstelling daar dus niet. Ik denk dat je bij nieuwbouw van een zaal altijd dit én dit moet kunnen doen.
Gijs beweegt zijn gestrekte hand van vlak naar onder een hoek.
Tot nu toe kunnen alleen Utrecht en Rotterdam dit.
Ja, Rotterdam is dan wat mij betreft iets te veel een betonnen bak. Het heeft niet een hele fijne warme sfeer.
Met jouw jarenlange ervaring heb jij in heel veel zalen gestaan. Als je nou de Koninklijke Schouwburg in Den Haag vergelijkt met de RABO-zaal hier in Amsterdam?
Dan heeft gek genoeg de RABO-zaal wel absoluut mijn voorkeur. De zaal loopt organisch over van publieksdeel in speelvlak. Dat heeft ook met het hoogteverschil te maken. Want hoe hoger je staat hoe meer macht je uit kan stralen en daarmee is het ook afstandelijker.
Minder hoogteverschil heeft jouw voorkeur?
Ja, ik vind dat wel prettig. Dat heb je in Bellevue ook. Dat is een soort kleine RABO en geeft ook datzelfde gevoel. En daarmee zeg ik dus eigenlijk, als je een nieuwe zaal maakt zou je dat hoogteverschil zo klein mogelijk moet maken.
Of in ieder geval aanpasbaar.
Precies.
En als je kijkt naar de Toneelschuur waarvan velen zeggen dat het een prettige zaal is?
Dat is inderdaad een hele fijne zaal. Buiten dat het een prettig publiek is, en een fijne entourage, is het ook een fijn formaat. Je hebt de ruimte door die toegangen aan de zijkant en de gang er omheen. Dat is fijn voor opkomsten, voor ruimte en voor licht. Die zaal nodigt uit, je wordt erdoor geïnspireerd.
Zou een podium dat in hoogte verstelbaar is de zaal nog verbeteren?
Nee, dat hoeft voor mij niet.
En als jij een nieuwe Toneelschuur zou mogen maken?
Na enig nadenken. Nou ja, je zou natuurlijk een systeem kunnen maken waarin je verschillende hoogtes en daarmee verschillende relaties zou kunnen maken. Het zou in ieder geval de mogelijkheden enorm vergroten, als je midden op het podium een deel kan verhogen. Waar je op kan zitten, waar je omheen zou kunnen lopen, waar je iets op zou kunnen doen. Dan heb je al meteen een theatrale ruimte. In zo’n zaal als de Toneelschuur is dat, en ook hier in de RABO-zaal. Door de breedte en het zicht is het direct goed.
Sommige Stadschouwburgen uit de 19e eeuw en zalen van midden vorige eeuw zijn gebouwd in een ei-vorm. De zaal focust zich naar de lijst en het podium. De zaal is daarmee ruim breder dan de opening.
Ja, met de zichtlijnen kom je tot een driehoekje op het toneel waar iedereen je kan zien. Je bent daar als acteur dan ook steeds mee bezig. Kunnen ze mij wel zien. Als je meer wil dat het publiek je altijd kan zien, dan moet je veel meer kijken naar het klassieke theater van Shakespeare, waar het publiek in blokken om het podium zit. Kijk maar naar de Globe in London (afb 3). Je bent als acteur eigenlijk overal op. Dat vind ik ook wel een mooie vorm. Het is wel grappig dat Shakespeare daar ook special op schreef. Bij monologen schreef hij voor elke gedachte meerdere bijgedachten, en die moesten dan ook elk naar een aparte kant van de zaal gespeeld worden. Want de rijken zaten daar, het volk zat daar en de intellectuelen zitten daar. Zo schreef hij dus aan de hand van hoe het theater in die tijd gebouwd was.
Wij kennen dat soort theaters in Nederland niet.
Nee. Als je kijkt naar Carré dan werkt dat theater als je op het podium staat voor toneel eigenlijk niet. Tenzij je twee meter de zaal inbouwt. Ik heb daar wel eens gespeeld, maar dan had ik het idee in een graanschuur te staan schreeuwen.
Cabaretiers zijn heel enthousiast.
Ja, maar dat is heel wat anders. Dan is er één centrum. Ze staan zo’n beetje voor de Koperen Kees, en er is dan één spot, Bam! Het is meer een krachtmoment. Dat is echt anders dan wanneer je met tien man op dat podium staat. En bedenk wel, als ze een paar avonden uitverkocht zijn, is het jaar meer dan geslaagd. Ja, daar word ik ook enthousiast van. Tegelijk kan je natuurlijk wel zeggen dat Carré een soort magie heeft. Hoe je daar aankomt als publiek, en als jouw naam daar dan hangt. Carré is bigger than live. Het is vergelijkbaar met de status van theaters als het Palladium of Carnegie Hall in London.
We hadden het net over het driehoekje. Bij toneelproducties zie je tegenwoordig juist dat die ruimte buiten dat driehoekje als een soort ‘grey zone’ ingezet wordt. Je bent er wel als acteur, maar doet niet direct mee. Herken je dat?
Het idee van, ik laat iets zien en ik laat iets niet zien, is het oude idee van theater. Er waren niet voor niets coulissen, om te verbergen dat je opkwam. Ook daar hou ik wel van, omdat ik dan betoverd kan raken. De klassieke illusie. Juist door iets weg te laten. En tegenwoordig is het, we laten alles zien. Acteurs kleden zich vol in beeld om op het toneel. De demystificatie van theater heeft enorm toegeslagen. Dat is op zich oké. En tegelijkertijd mis ik ook regisseurs die spelen met dat element. Misschien ben ik daar wel ouderwets in. Als je mij zou vragen nu een voorstelling te maken, dan zou ik misschien wel iets doen met coulissen. En wat nu zo goed is aan die RABO-zaal, het kan daar allebei. Zowel groot en open en, zoals jij zegt, met een grijze zone, maar ook met een kader met poten en friezen. In beide gevallen zijn de zichtlijnen nog steeds goed. In de Koninklijke Schouwburg lukt je dat niet.
Als ik je goed beluister heb je niet direct een voorkeur in een steilere tribune of een vlakkere?
Het kan allebei en tegenwoordig heb ik toch wel meer de voorkeur voor publiek dat alles ziet. Dat je contact maakt.
Hoeft de zaal dan ook niet donker te zijn?
Nou, zoals ik zei hou ik wel van de illusie. Nee, de zaal moet helemaal donker kunnen zijn. Het is niet dat ik ze niet wil zien, want je voelt ze nog altijd. Er is een verschil tussen spelen in de Koninklijke Schouwburg en de RABO-zaal. In Den Haag speel je vooruit over het publiek heen. Ze zitten meer onder je. In de RABO-zaal moet je meer contact maken. Je projecteert je spel dan meer op het publiek.
Moet een zaal qua materiaal of afwerking ook donker zijn?
Daar moet ik even over nadenken. Als je de grote zaal in de Stadsschouwburg neemt, dan stoort het mij niet dat deze licht van kleur is. De Koninklijke Schouwburg is na zijn verbouwing naar mijn idee wel wat grauw geworden. Wat ik wel weet; als een zaal te veel tierelantijnen heeft, te veel gedoe, dan verliest het zijn focus. Dat voel je als acteur wel. Dat je dan meer moeite moet doen. Als het bescheiden is zoals in de Kunstmin in Dordrecht (afb 4) dan is het prima. En laten we asjeblieft niet overal dezelfde zalen maken.
Dat is ook niet waar ik naar zoek. Ik zoek naar wat men prettig vindt. En hoe de ruimte te gebruiken.
Dan blijf ik zeggen, flexibiliteit. Hier in de grote zaal van de Stadsschouwburg bijvoorbeeld kunnen ook alle stoelen uit de zaal. Je krijgt dan een te gekke ruimte (afb 5).
Dat lijkt dan op wat ze in Angelsaksische landen noemen een Trust stage. Ken je dat?
Nee, niet direct. Ik heb wel eens iets gedaan met Amerikaanse theaters, maar dat is echt ouderwets. Dat is klein en daar kan bijna niks. Ik zou Amerika niet direct als voorbeeld nemen. We hebben wel eens gespeeld in de BAM in New York (afb 6). Dat is wel een fijne zaal met 1400 zitplaatsen.
Publiek is daar wel weer opgedeeld in vakken.
Ja, het is meer spektakel. Ik moet nu ineens denken aan de Rode zaal van DeSingel in Antwerpen. Dat vind ik niks voor toneel. Die is veel te diep. Daar komt geen einde aan. Het gaat maar door. Het publiek zit op een landingsbaan. Het heeft geen intimiteit.
Wat vind jij wel prettige zalen?
Den Haag Koninklijke Schouwburg, Stadsschouwburg Utrecht, Stadsschouwburg Groningen (afb 7).
Drie lagen balkons?
Ja, maar daar sta je echt bijna tegen de mensen aan te praten. De sfeer is goed en het publiek is leuk. Dat merk je echt. Het is leuker publiek dan bijvoorbeeld in Den Bosch, wat ook geen fijne zaal is. De Harmonie in Leeuwarden (afb 8) vind ik ook wel fijn. Net als Delft.
Je hebt geen bezwaar tegen balkons begrijp ik?
Nee, ik vind balkons wel leuk. Maar dan moeten ze niet te ver weg zijn. Zoals in Utrecht, en zoals dat zeker zo is in Zaandam. Ik heb veel liever meer dit. Gijs brengt zijn armen gebogen naar voren, zoals je iemand omarmt.
Dus meer gedacht vanuit de klassieke theaters.
Over kleedkamers wil jij het eigenlijk niet hebben, toch?
Als jij je hart wil luchten.
Het is belangrijk dat je in een kleedkamer de mogelijkheid hebt om te liggen. Dat je voor de voorstelling echt volledig kan ontspannen. Goede douches zijn ook heel belangrijk. Ze hoeven van mij niet in de kleedkamer, dat mag ook op de gang. Maar zeker geen doucheknop die je moet indrukken. Als je geschminkt bent en net ingezeept, sta je te zoeken naar die knop. En dat is dan ook in vaste temperatuur. Ik sta niet op een camping! Wij als acteurs hebben niet veel nodig. Dat je een beetje behoorlijk kan eten, kan liggen en kan douchen.
Oké, helder.
Wat vind je prettige vlakke vloerzalen?
Theater Bellevue (afb 9) vind ik heel prettig om te spelen. Een goede maat.
Wat is een goede maat?
Er kunnen 220 mensen in, wat voor die zaal in combinatie met het speelvlak prima is. Als voorbeeld, de grote zaal van Theater aan ’t Spui in Den Haag heeft een te brede tribune. Dat is uit verhouding, en dan ook nog rechte rijen. Het heeft daardoor ook geen focus. Het is echt van belang dat je in een zaal een goede focus hebt vanaf elke stoel naar de kern van het podium. Als die uit verhouding is, dan heb je geen goede rapport* met de zaal.
Jullie reizen met ITA ook naar het buitenland. Welke zalen vind je daar prettig?
In Milaan het Piccolo theater, dat is een klein maar op zich wel een oké theater. The Barbican in London, in de grote zaal. Dat is echt een enorme bak. Heel breed en gesegmenteerd, en gek genoeg als je op het toneel staat, sta je voor je gevoel toch wel midden in de zaal. Dat komt omdat de voorkant van het toneel de zaal in is gebouwd. Dus echt anders dan in Carré waar de voorkant van het podium recht is.
In Parijs komen we ook wel theaters zoals La Comèdie Française, die is veel kleiner dan ik had verwacht en nog een theater die heel diep is.
Zo te horen blinken al die theaters niet echt uit?
Nee. We zijn in Nederland wel verwend, hoor. Zowel in kwantiteit als in de kwaliteit. De techniek maakt in Nederland zoveel mogelijk. En vaak zijn de nieuwste technieken ook direct beschikbaar en worden dan ook toegepast. Ik heb wel eens in Rusland gespeeld. Jeetje, dat was echt oude troep.
Maar wat dan wel weer zo is, in het buitenland gaan er veel meer mensen naar het theater dan hier. Hebben we hier al die prachtige theaters, komt er maar zo weinig publiek naartoe.
We zouden met deze zin kunnen stoppen, of zullen we nog je ideale theater bespreken?
Dan is dat nogmaals, flexibiliteit. En tegelijkertijd, het is leuk om dat te noemen, je moet het ook gewoon doen met de dingen die je voorhanden hebt. En daar flexibel mee omgaan. Dat is misschien wel interessanter dan in een leeg weiland een nieuw theater neerzetten.
Maar als in dat theater in het weiland een zijwand van het toneel omhoog kan, zodat een voorstelling gegeven kan worden naar het publiek in het weiland, is dat ook een mooie flexibiliteit. Of denk eens na over een foyer. Kan je daar ook in spelen? Ik bedoel, denk in mogelijkheden. Kijk uit met vaste opstellingen van objecten, want wellicht is het wel heel fijn om die hele foyer leeg te halen, en andersom te gebruiken. Ik noem maar iets. Naar mijn idee is groot, groter, grootst niet de weg. Een zaal voor 500 mensen zou voor mij perfect zijn. Het zit niet in meer stoelen voor die ene keer dat Joop komt met een musical. Je moet veel meer denken aan de sociale functie van zo’n gebouw, waarin van alles kan plaatsvinden. En eigenlijk is daar niet zo veel voor nodig. Een grote schuur op de juiste plek in de stad, met een ruimte waar mensen kunnen zitten en kunnen spelen.
*Rapport is een kwaliteit van het contact tussen mensen, die gevoeld kan worden door de betrokkenen.
CV Gijs Scholten van Aschat
OPLEIDING
1959 geboren te Doorn op 16 september
1979-1983 Toneelschool Maastricht
Acteur toneel
1983-1987 De Haagse komedie , verschillende voorstellingen
1987-1988 Globe, verschillende voorstellingen
1988-1999 Nationaal Toneel , verschillende voorstellingen
1993 Gouden Kalf Beste tv-drama
1994 de Zilveren Nipkowschijf
1996 Hoti, Schrijver, Orkater
1998 Winnaar Gouden Kalf Beste Acteur TV Drama
1999 Black box , regie Paul Binnerts, Hummelinck Stuurman Theaterbureau
2000 Iwanov, regie Frans Strijards, Art & Pro
2000 Familie, regie Willem van de Sande Bakhuyzen, Het Toneel Speelt
2001 Huis & tuin, regie Antonie Uitdehaag, Het Nationaal Toneel
2002 The prefab four, regie Willem van de Sande Bakhuyzen, Orkater
2002 Cloaca, regie Willem van de Sande Bakhuyzen, Het Toneel Speelt
2002 The Prefab Four, Schrijver, Orkater
2003 Hagedissenhuid, regie Matthijs Rümke, Orkater
2004 Demonen, regie Lars Norén, Het Nationaal Toneel
2004 Methode ribadier, regie Frans Strijards, Het Nationaal Toneel
2005 De Kortste Eeuw, regie Gijs de lange, Orakter
2005 Tirannie Van De Tijd, regie Matthijs Rümke, ZT Hollandia
2005 De Kortste Eeuw, Schrijver, Orkater
2006 De Geschiedenis van de familie Avenier I en II , regie Jaap
2007 Liaisons Dangereuses, regie Johan Doesburg, Het Nationaal Toneel,
Het Toneel Speelt.
2008 De Geschiedenis van de familie Avenier III en IV, regie Jaap
Spijkers, Het Toneel Speelt
2010-2011 Richard III regie Matthijs Rümke, Orkater
Vanaf 2010 is Gijs vast verbonden aan Toneelgroep Amsterdam
2010 Kinderen van de Zon, regie Ivo van Hove
Genomineerd Gouden Kalf beste acteur 2010
2010 Richard III , meegeschreven aan bewerking s.m. Janine Brogt, Orkater
2011 Nooit Van Elkaar , regie Ivo van Hove
Genomineerd voor de Arlecchino
2011 Russen, regie Ivo van Hove
2011 In Ongedade, regie Luk Perceval
2012 Kat Op Een Heet Zinken Dak, regie Jacob Derwig
2013 Romeinse Tragedies, regie Ivo van Hove
2012/2013 Na De Repetitie/Persona, regie Ivo van Hove
2012 Beretta Bobcat, luisterboekenweek geschenk.
2012 De Poel, co auteur scenario, House of Netherhorror
2013 Lange Dagreis naar de Nacht, regie Ivo van Hove
2014 Danton’s Dood, regie Johan Simons
2014 De Entertainer, regie Eric de Vroedt
2015 Koningin Lear, regie Eric de Vroedt
2015 De Stille Kracht, regie Ivo van Hove
Genomineerd voor de Louis d’Or
2016 Het Jaar Van De Kreeft, regie Luc Perceval
2016 De dingen die voorbij gaan, regie Ivo van Hove
2016 Husbands and Wives, regie Simon Stone
2017 Obsession, regie Ivo van Hove
2017 Voorzitter Akademie van Kunsten
2018 Romeinse Tragedies, regie Ivo van Hove
2018 Na de Repetitie, regie Ivo van Hoe
2018 Het Hout, regie Michiel van Erp
2018 Dagboek van een Verdwenene, regie Ivo van Hove
2019 De Kersentuin, regie Simon McBurney
2019 De Thuiskomst, regie Nanouk Leopold
2020 Freud, regie Ivo van Hove
Acteur film en televisie
1990 De Avonden, film
1991 De Provincie film
1992-1995 Pleidooi I-Ii, advocatenserie TV
1992 De Drie Beste Dingen Van Het Leven Film
1993 Belle Van Zuylen Film
1995 Off Mineur Film
1996 The Gambler Film
1997-1998 Oud Geld TV serie
1998 Glinsterend Pantser Telefilm
1998 De Juiste Maat Telefilm
1999 Lek Film,
1999 Reis Door De Nacht Film
2000 Wildschut & De Vries TV
2000 De Grot Film
2000 The Discovery Of Heaven Film
2000 Olivetti 82 Film
2000 De Zwarte Meteoor Film
2000 Storm In Mijn Hoofd Film
2001 - heden De Vloer Op TV
2001 Wet & Waan TV
2001 De Afrekening TV
2001 Loenatik De Movie Film
2001 De Bovenman Film
2002 Alterego , TV
2002 Supertex Film
2002 Schippers Van De Kameleon Film
2002 Babyphoned Film
2003 CLOACA TV
2003 De Passievrucht Film
2004 Schippers Van De Kameleon II Film
2005 Het Ravijn Film
2006 Zadelpijn Film
2006 Tiramisu Films
2006 Afblijven Film
2006 De Taxi Van Palemu Film
2006-2008 Gooische Vrouwen TV
2006 De Avondboot TV
2006 Dummy TV
2006 Boks TV
2007 Brief Voor De Koning Film
2008 Annie M.G. Film
2009 Komt Een Vrouw Bij De Dokter Film
2009 Flikken Maastricht TV
2010 Adem Film
2010 Tirza Film
2010 Lijn 32 TV
2011 Met Donker Thuis TV
2011 Doodslag Film
2011 Making Of Film
2012 ‘T Schaep Met De Vijf Pooten TV
2013 De Poel Film
2013 Doris TV
2014 Redivider Film
2014 Publieke Werken Film
2014 Vuurvogel, Film
2014 Noord Zuid TV
2015 De Jacht TV
2015 De HelleveEG Film
2015 Jack Film
2016 Als De Dijken Breken TV
2017 War Machine Film
2017 Kill Switch Film
2018 Klem TV
2018 The Possesion Of Hannah Grace Film
2018 De Dirigent Film
2018 Doris Film
2019 April, May En June Film
2019 Afterlife Film
2019 Nocturne Film
2020 Zee Van Tijd Film
2020 The Bay Of Silence Film
2020 The Spectacular TV
2020 Hoogvliegers TV
2021 De Stamhouder TV