Dat het publiek dan kan versmelten met wat er op het toneel plaatsvindt.

Sol León & Paul Lightfoot

Na vele pogingen is het uiteindelijk gelukt om af te spreken met Paul Lightfoot en Sol León. We hebben een afspraak op donderdag 12 december om 12:00 uur in het achtergebouw van het Lucent Danstheater. De zaal is bruut van het gebouw afgeknipt omdat daar het nieuwe onderkomen van het NDT, Amare, wordt gebouwd. (afb 1). Stipt om twaalf uur meld ik mij bij de receptie. Na enig zoekwerk van de receptioniste is Sol León gevonden. Lichtelijk in paniek, omdat ze onze afspraak is vergeten komt ze mij ophalen en zegt dan dat Paul nog in gesprek is, en zij om 12:30 uur alweer een repetitie heeft. Ik neem plaats in de artiestenfoyer, terwijl zij een ruimte zoekt voor ons gesprek. Na enige minuten komt ze mij halen en we gaan naar de vergaderruimte waar Paul zijn gesprek net afrondt. Net als bij het interview met Ted Brandsen blijkt ook hier dat het beroep van artistiek leider van een dansgezelschap een drukke baan is. 
 
Na mijn uitleg over het onderzoek neemt Sol meteen het woord.
‘Voor mij als publiek en als choreograaf vind ik het belangrijk dat de vorm van het toneel een relatie heeft met de vorm van de zaal. Het moet passen. Het heeft een focus. Precies zoals een oog werkt. Net als in de oude amfitheaters. Het heeft geen zin om, zoals sommige theaters gebouwd worden, de zaal vlak te houden ten opzichte van het verhoogde podium. Het heeft dan geen focus en je bent niet samen met de actie op het podium. Gebogen rijen en het licht zijn daarbij van belang. Wij waren laatst in Taiwan in het Wei-wu-ying center in Kaohsiung (afb 2) in de nieuwe operazaal, en daar was het heel goed gedaan. De zaal is donker en de gehele focus is naar het toneel.’
Paul springt in. ‘Zo jammer dat de verlichting van de vluchtwegen niet uit kon. Maar we vonden de zaal geweldig.’
Sol gaat verder: ‘Door de donkere kleur van de zaal word je niet afgeleid, en is er alleen datgene dat zich afspeelt op het toneel.’ Paul: ‘De donkere achterkant van de stoelen helpt daar ook bij terwijl de voorkant van die stoel een mooie rode stof heeft.’
 
Wat vonden jullie als dansers goede zalen, en dan doel ik vooral op de ruimte vanaf de portaalbrug de zaal in.
Paul: ‘Volgens mij werkt het altijd in twee richtingen. Wat is goed voor de dansers naar het publiek en wat is voor het publiek goed naar de dansers. Als choreograaf en als uitvoerend artiest is je ideale focuspunt in het hart van de zaal. Veel van onze choreografieën zijn gemaakt vanuit dat perspectief, hoewel we heel goed weten dat het een show is voor iedereen in de zaal. Alleen hoe meer de zichtlijnen naar de zijkanten uitwaaieren, hoe meer het de kwaliteit van de productie wegneemt en van de voorstelling die je had kunnen geven. Wat mij erg stoort zijn zalen waar ze een sfeer willen scheppen die ‘feestelijk’ is. En je denkt: Nee! Bioscopen zijn daarentegen een goed voorbeeld. Als je naar een bioscoop gaat, is het donker, heb je scherm, en men zit daar zo dat iedereen het scherm goed kan zien. Er is daar geen ‘bullshit’ omheen. Alles daarbuiten is voor mij als bezoeker, danser of choreograaf overbodig.’
Sol: ‘Veel van de oude theaters zijn zo gemaakt. Zoals bijvoorbeeld het Bolshoi in Moscow of Garnier in Parijs. Hoewel, Garnier heeft wel een beetje te veel zitplaatsen aan de zijkanten.’
 
Het Bolshoi heeft toch ook loges aan de zijkanten?
Paul: ‘Ja, dat klopt. Bolshoi is ook heel erg groot.’
Sol: ‘Maar de focus van het oog is goed.’
Paul: ‘Ja, dat komt omdat jij daar op de beste plekken in de zaal zit.’
 
En beide theaters hebben een middenpad?
Paul: ‘Ja, dat is verschrikkelijk. De beste plaatsen in de zaal bestaan niet.’
Sol: ‘In die zalen voel je wel de historie.’
Paul vraagt hierop aan mij of ik de zaal van het Lucent Danstheater (afb 3) nog gekend heb? ‘Voor mij, wellicht omdat wij hier zijn groot gebracht, was het voor dans een zeer goed ontworpen zaal. De zaal was recht en er waren in de zaal zeer weinig verstoringen behalve de gouden panelen aan de zijwanden voor de akoestiek. En de afstand vanaf het podium tot aan de laatste rij was niet te groot.’ 
Er was wel een niet bestoelde orkestbak en de toneelopening begon in de zaal waar de bak eindigde.
Paul: ‘Ja dat klopt, de orkestbak was vrij diep. Er was alleen een parterredeel en geen balkon. Een balkon hoeft voor mij niet zo. Het kan verstorend werken. Als ik op het balkon zit in de Stopera is het alsof ik naar de televisie kijk. Het geluid is daar ook anders. De Stopera is aardig, maar het is veel te wijd voor wat wij graag zouden willen hebben.’ Sol: ‘Het Lucent was voor mij iets te recht.’ Paul: ‘Iedereen kon alles goed zien.’ Sol: ‘Dat klopt, maar voor mij had het iets meer een gebogen focus mogen hebben.’ Paul: ‘Op het moment als je ergens goedkopere zitplaatsen hebt vanwege minder zicht, is voor mij de zaal verkeerd. Zo’n zaal is dan gemaakt voor het verkeerde doel. Voor mij moet een zaal focus hebben, en zoals Sol al zei, het publiek kan dan versmelten met wat er op het toneel plaatsvindt.’
 
In de vergaderzaal hangen aan de wand de tekeningen van Amare het nieuwe onderkomen van zowel het NDT als het Residentie Orkest, het Dans en Muziekcentrum en op de bovenste drie verdiepingen het Koninklijk Conservatorium.
Paul zegt dat hij blij is met de nieuwe Theaterzaal (afb 4). Toen hij er vorige week was tijdens een rondgang op de bouw voelde het al goed. Zowel de zaal als het balkon. Hoewel hij zoals gezegd geen voorstander is van een balkon, vindt hij het toch wel goed gelukt, omdat de 300 extra zitplaatsen de zaal nauwelijks dieper hebben gemaakt. De helling van de zaal en de afstand tot het podium zijn goed, en gelijk aan het Lucent.
 
Is het voor dansers van belang om tegen het publiek aan te spelen in plaats van er overheen?
Sol: ‘Oh zeker, maar ook van uit het perspectief van het publiek. Hoe kijk je het liefst naar een ondergaande zon? Dat is voor dansers gelijk als voor publiek.’ Paul: ‘De manier waarop de nieuwe zaal is ontworpen komt overeen met hoe wij erover denken. Want het voelt als thuis, met de juiste afstand. Dat is ook goed voor hedendaagse dans, dat meer emoties kent dan grote tableaus. Men kan zich straks goed richten op individuele dansers en kleine groepen. Het heeft een menselijke maat. Over de rest van het gebouw heb ik wel mijn vraagtekens, hoewel de concertzaal (afb 5) ook heel mooi wordt.’ Sol: ‘Er wordt soms te makkelijk gedaan over de esthetiek van de zaalstoelen, maar dat is echt heel belangrijk.’ Paul. ‘De kleur van de nieuwe stoelen bevalt mij helemaal niet, die worden nu te geel terwijl we goud hadden gewild. Er werd ons wel een mooie stof aangeboden maar dan moesten we bijbetalen.’ Sol: ‘Als onderdelen niet de juiste kleur hebben is dat gevaarlijk. Het kan een zaal volledig verpesten. Het is tragisch zoals het nu gaat.’ Paul: ‘Ik was liever gegaan voor een donkere kleur, zoals we hadden. Gelukkig zijn de wanden wel donker. Dat werkt voor ons erg goed. Het is misschien wat egoïstisch omdat anderen de zaal liever meer grandeur hadden willen meegeven, maar nu is het functioneler. Je komt binnen en gaat zitten op een comfortabele stoel, die de juiste richting en zichtlijn heeft. En als daarnaast ook het geluid goed is en de lichten uitgaan, kan iedereen de voorstelling in zijn eigen wereld gaan beleven.’ Sol: ‘De kleur en de stof in Taiwan was mooi.’ Paul: ‘Ja, een veloursachtige donkerrode kleur daar hou ik wel van. Ik ben een beetje ouderwets. En weet je, geel brengt ongeluk.’
 
Iets anders. Als ik naar jullie producties kijk zie niet zo vaak coulissen. Is dat de reden waarom er voor de nieuwe Theaterzaal gevraagd is om een grote toneelopening?
Paul: ‘We gebruiken vaak zijdoeken, dat klopt. Bij de laatste werken die wij maakten blokkeerden wij de inkijk vanaf de zijkanten met wanden in een lichte hoek. We gebruiken dan ook een vals perspectief door groot te beginnen en steeds kleiner te worden. Ik vind poten als afstopping ook ouderwets. Vaak maken we zijwanden en soms ook vakken die naar binnen kunnen schuiven, zoals bij de productie Schmetterling (afb 6). Je hebt wel gelijk, we zoeken naar een grote wijde toneelopening. Je oog ziet een groot vlak en kan zich focussen op dans in het midden en dat geeft je een beter zicht op het detail.’
 
Bij het Holland Festival van 2014 in het Food Center in Amsterdam zag ik een bijzondere productie, Spiritwalking (afb 7 en 8), in een totaal open ruimte zonder lijst.
Paul: ‘Het was een prachtig en bijzonder project, dat wij op verzoek van toenmalig festivaldirecteur Pierre Audi speciaal voor die locatie hebben gemaakt.’ Sol: ‘Een van mijn meest favorieten producties. Wat zo bijzonder was aan deze productie in die ruimte was het daglicht dat van boven kwam. Er zijn eigenlijk geen theaters waar daglicht binnenkomt. We hebben gespeeld met het daglicht in de voorstelling, door het juiste moment te kiezen waarop we begonnen. Gedurende de voorstelling verdween het daglicht en gingen we geleidelijk over op kunstlicht. Het was ongelofelijk mooi. De ruimte en het licht was een beetje zoals in een kerk.’
Publiek en dansers waren in dezelfde ruimte.
Sol: ‘Precies, in dezelfde atmosfeer. Dat is anders dan in een gewoon theater, maar het zou mooi zijn als dat ook in een theater zou kunnen.’
Zouden jullie dit soort producties vaker willen doen?
Paul: ‘Het is heel lastig om een locatie productie te maken, omdat je veel moet organiseren voor een korte periode. Hier in Nederland zijn ze er wel aan gewend, maar in het buitenland is het lastig om zoiets van de grond te krijgen. Er zijn zoveel zaken waaraan gedacht moet worden, zoals de toiletten, garderobe.’ Sol: ‘Eigenlijk ben ik heel verdrietig omdat, zoals ik al zei, het een van mijn favoriete producties was en deze is te vroeg gestorven. Het was prachtig omdat je met deze productie in deze ruimte een verbinding bracht met de stad. Het is ook nooit gemaakt met de intentie om het ooit in een theater op te voeren. We hebben het later nog eens in de Gashouder in het Westerpark gedaan, en eenmalig in een theater in Stuttgart dat gebouwd was in een oude fabriek, die we gelukkig volledig konden strippen. Het is heel jammer dat er niet andere plekken in de wereld zijn gevonden waar deze productie kon staan. Er zijn overal prachtige gebouwen waar de productie het geweldig had gedaan. Men zou vaker aan gemeenten moeten vragen of deze gebouwen gebruikt kunnen worden voor kunst.’
Paul: ‘We hebben nog een andere productie gedaan zonder toneelopening, School of Thought (afb 9), dat was in 2013 toen duidelijk werd dat ons theater zou worden gesloopt’. Sol: ‘We creëerden ons eigen podium.’ Paul: ‘Deze productie was voor mij heel bijzonder. We hadden een ovaal houten speelvlak in het midden van de ruimte, waar aan vier zijden publiek omheen kan zitten. We hebben hiervoor 400 stoelen gekocht van de oude Elisabethzaal in Antwerpen. Overal waar je een grote ruimte kan maken kan de productie staan.’
 
Jullie zijn erg enthousiast over dit soort producties. Wat ik hieruit zou willen leren, is hoe we theaters kunnen maken waarin dit ook mogelijk is.
Sol: ‘Het licht is heel belangrijk, omdat je een plafond moet hebben met daglicht en een grote open ruimte.’ Paul: ‘Voor ‘School of Thought’ heb je alleen een vlakke open ruimte nodig. Als je die kan creëren in een theater geeft dat veel mogelijkheden.’
 
Maar normaal maken jullie op lijsttheater gebaseerde producties, omdat die ook moeten reizen?
Paul: ‘Van alle 60 producties die wij gemaakt hebben, zijn dat de enige twee die niet voor een lijsttheater gemaakt zijn. O nee, voor het Holland Festival in 2007 hebben we nog een productie gemaakt, ‘Sooner or Later’, in de Zuiveringshal. Dat was ook een heel leuk project. Twee tegelijkertijd op dezelfde muziek gedanste balletten, gescheiden van elkaar door twee ruggelings geplaatste tribunes. Na de pauze wisselde het publiek, en dan keek men naar het andere ballet, wederom op dezelfde muziek.’
Sol: ‘Sorry, ik moet gaan.’
 
Laatste vraag dan. De producties voor het NDT worden dus vrijwel allemaal gemaakt voor achter de lijst?
Paul onderbreekt me. ‘We hebben ook producties gemaakt die tot de orkestbak spelen, of gebruik maken van de orkestbak.’
Oké, maar waarom worden balletproducties niet vaker dichter bij het publiek gebracht. Bijvoorbeeld zo’n producties als The Statement van Crystal Pite (afb. 10), waarom wordt die niet op de orkestbak gedanst?
Paul: ‘Omdat je daar de lamp niet kan ophangen.’
Maar dat is een technisch probleem!
Sol: ‘Ik zou graag veel meer producties dichter bij het publiek brengen. Maar in bijna alle theaters hebben ze problemen om daar iets op te kunnen hangen. Dat is eigenlijk verschrikkelijk.’
Paul: ‘Onze productie Schmettering begint op de orkestbak. De dansers zijn dan heel dichtbij en verdwijnen later in de orkestbak. Maar, je hebt gelijk, dat is intenser voor het publiek.’
 
Sol geeft aan dat ze nu echt moet vertrekken en complimenteert bij het weglopen nogmaals het Wei-wu-ying center in Kaohsiung.
Paul: ‘Nee echt, dat is een geweldig theater met goed zicht en geen verstoringen in beeld. De verlichting van de vluchtwegen kon dan wel niet uit, maar zat ook niet storend in beeld. Dat is voor mij echt heel belangrijk. Alle zaken die tijdens een uitvoering het publiek uit zijn focus haalt wil ik altijd uitbannen. Omdat je het publiek wil hypnotiseren. Voor mij liefst geen enkele franje in een zaal. Ik propageer altijd; Less is more.’    
 
Die zaal heeft ca. 2000 stoelen vond je dat niet veel?
Paul: ‘Voor een theater in Azië is dat niet veel, en je hoopt dat je het in zo’n grote stad ook wel vol krijgt. Hier komen straks in de Theaterzaal 1300 stoelen. Naar mijn idee iets te ambitieus. Het probleem daarmee is dat de zaal en het balkon tegelijk verkocht worden, en dan beide niet helemaal vol zitten. Terwijl het altijd prettig is om een gemeenschappelijke beleving te hebben. Iedereen vindt het fijn om in een uitverkochte zaal te zitten. Dan ben je erbij.’
 
Het was jullie wens om een breed looppad te maken in het midden van de Theaterzaal, hierdoor is het parterredeel opgedeeld in voor en achter.
Paul: ‘Oh, dat is prima.’ Paul staat op en loopt naar de tekeningen aan de wand. ‘Beatrix zal de eerste zijn die gaat klagen als ze door de hele rij moet schuiven. Ik zou ook niet weten hoe je het anders had moeten oplossen. Dit is een exacte kopie van onze oude zaal en daar werkte het heel goed. Nee, dit is fijn.’
 
We praten nog wat na kijkend naar de tekeningen aan de muur en specifiek over de ruimtes van het NDT in het toekomstige gebouw.
Bij het afscheid zegt Paul. ‘Eigenlijk heb ik altijd heel veel moeite met veranderingen.’

CV Paul Lightfoot
1966 geboren in Kingsley, Engeland
1985 - 2008 danser bij het NDT
1989 eerste choreografie samen met Sol León.
Samen creëerde zij meer dan vijftig choreografieën. Hun werk is meermaals onderscheiden met dansprijzen en wordt wereldwijd uitgevoerd.
 
CV Sol León
Geboren in Cordóba, Spanje
1987 - 2003 danser bij het NDT
1989 eerste choreografie samen met Paul Lightfoot.
Samen creëerde zij meer dan vijftig choreografieën. Hun werk is meermaals onderscheiden met dansprijzen en wordt wereldwijd uitgevoerd.
 
1989 The Bard of Avon
1991 Step Lightly
1992 Seconds
1992 Aanmoedigingsprijs van het Amsterdamprijs voor de kunsten voor Second
1994 Solitaire
1994 Susto
1994 SH-Boom
1994 Softly, as I leave you
1994 Nominatie Laurence Olivier Award voor SH-Boom
1994 Lucas Hoving Prijs
1996 Start to Finish
1997 Shangri-La
1997 Aanmoedigingsprijs Stichting Dansersfonds ’79
1998 Singing Apes
1998 Sad Case
1999 Speak for Yourself
1999 Small Moves
2000 Squeakly Wheel
2000 SH-Boom (new version)
2000 Arcimboldo 2000
2001 Safe as Houses
2001 Said and Done
2002 – 2020 Sol León en Paul Lightfoot Huischoreografen van het NDT
2002 VSCD Gouden Theaterprijs
2003 Signing Off
2003 Shutters Shut
2003 Subject to Change
2003 Prijs van Verdienste Stichting Dansersfonds ’79
2004 Source of Inspiration 
2004 VSCD Dansprijs Zwaan voor Shutter Shut en Subject to Change
2005 Silent Screen
2005 Benois de la Danse voor Singing Off
2006 Shoot the Moon
2006 Herald Archangel prijs Edinburgh International Festival
2006 VSCD Dansprijs Zwaan voor Shoot the Moon
2007 Sooner or Later
2007 Sleight of Hand
2008 Passe Partout
2009 Sehnsucht
2009 Drawn Onward
2009 Studio 2
2010 Swan Song
2010 Schmetterling
2011 Skipping over Damaged Area
2011 – 2020 Paul Lightfoot Artistiek Directeur NDT
2011 Softly, as I leave you (pas de deux version)
2012 Shine a Light
2013 School of Thought
2014 Spiritwalking
2014 Schubert
2014 Some Other Time
2014 Sad Case (new version)
2015 Short time Together
2016 Shut Eye
2017 Singulière Odyssée
2017 Sisters 
2018 Subtle Dust
2019 Kunstkamer
2020 Postscript 
2020 Standby
2020 She Remembers
2020 Unspoken