Emissieloos met je vracht naar het theater
28 mei 2023
Zoals mijn toneelmeester vroeger al zei, als je niet weet waar het theater is, ga je naar het centrum, zoekt daar de kerk op en in die buurt vind je het theater. Dat was nog ruim voor de smartphone, maar voor de plek van het theater geldt dat feitelijk nog steeds.
Veel theaters liggen het centrum van de stad. En in het kader van de cultuurspreiding zoals we die in Nederland kennen, rijden er elke dag honderden grote en kleine vrachtwagens van en naar al die theaters en popzalen in de stadscentra van Nederland.
Hoe zal dat gaan in de nabije toekomst?
Onder de nieuwe Omgevingswet zijn gemeenten verplicht om een Omgevingsvisie op te stellen. In de Omgevingsvisie worden meerdere visies samengebracht tot één integraal verhaal over de fysieke leefomgeving. Denk aan cultureel erfgoed, water, wonen, milieu, landschap, gezondheid, bodemkwaliteit, mobiliteit, economie en vestigingskwaliteit. Hoewel de Omgevingswet pas in 2024 ingaat hebben al meer dan 50 gemeenten een dergelijke visie opgesteld.
Van die 50 is nu al bekend dat 28 daarvan een zero-emissie beleid gaan hanteren dat ingaat in 2025 met een mogelijke uitloop tot 2030.
Gemeenten willen vaak met name het zware vrachtverkeer uit het stadcentrum terugdringen. Wat nog wel toegestaan wordt moet emissieloos zijn en mag soms vanwege de fysieke omgeving of vanwege verkeersveiligheid niet zwaarder zijn dan 7500kg of niet langer zijn dan 10m.
Het lijkt waarschijnlijk dat andere gemeenten gaan volgen. Er zal dus in de nabije toekomst met emissieloze kleine vrachtwagens naar de theaters en popzalen gereden moeten gaan worden.
Als dit gaat gebeuren heeft dat ook gevolgen voor de manier van werken van de Theaters en de reizende gezelschappen
Hieronder een kleine opsomming van de mogelijke gevolgen, die wij in de komende tijd per onderwerp apart zullen gaan behandelen.
Wat kunnen de gevolgen zijn?
Met het verdringen van het grote, zware, vervuilende vrachtverkeer uit de centra van de steden wordt ingezet, en de vracht zal mogelijke overgeladen worden naar emissieloze kleine vrachtauto’s. Dat zou plaats kunnen vinden in hub’s die gesitueerd zijn aan de randen van de stad.
Amsterdam is zo’n stad waar vanaf 2025 het grote zware vrachtverkeer wordt verdreven. Een van de redenen is de overbelasting van bruggen en kades. Speciaal voor de grotere theaters aldaar draait er daarom een pilot, waarbij theaters als Carré, ITA en NO&B hun transporten vooraf moeten aanmelden. Zij krijgen dan permissie om van en naar de theaters te rijden met zware (diesel) vrachtwagens. Hoe lang dit nog gedoogd wordt is niet bekend. Belangrijker is de vraag hoe zalen als De La Mar, Frascati, Bellevue, Paradiso, Kleine Komedie en alle andere theaters in het centrum dat gaan oplossen?
Waar lopen de rondreizende gezelschappen en producties tegenaan?
Stel dat rondreizende gezelschappen hun productiematerialen bij een commerciële hub moeten gaan overladen in kleinere emissieloze vrachtwagens, dan zijn daar kosten mee gemoeid. Niet alleen aan het tot stand brengen en in stand houden van de hub, maar ook in personeelskosten waar dan in elke stad tweemaal overgeladen moet gaan worden. Te denken valt ook aan het wisselen van de trekker. Alleen is dat nog niet mogelijk voor bakwagens en heeft het ook geen zin als je niet met een emissie loze city- of megatrailer het stadscentrum in mag.
Is investeren in emissieloze vrachtwagens dan een optie?
Zowel de decortransporteurs Pieter Smit als Van Lankveld zijn bezig met de aanschaf van een dergelijke vrachtwagen (of misschien wel vrachtwagens). Het aanbod aan elektrische vrachtwagens of bakwagens is beperkt en de kosten zijn extreem hoog.
Een nieuwe trekker rijdend op diesel kost ± € 100.000. Een elektrische trekker kost nu ± € 310.000. Een trekker op waterstof, zonder subsidies, komt op ongeveer 500.000 euro. Elektrische bakwagens zijn er wel, maar hebben een kort chassis waardoor er een bak op past van maximaal 6 meter. De kosten van een dergelijke elektrische bakwagen zijn € 150.000. Een dergelijke kleine bakwagen is wel lichter dan 7500kg, maar door het gewicht van de batterijen blijft er maar ongeveer 2500kg aan laadvermogen over. Daarbij komt ook nog eens dat deze bakwagens een bereik hebben van ±200km. Kortom transport als het al beschikbaar is wordt duurder.
Welke gevolgen kunnen er verder optreden?
Wellicht worden de reizende producties kleiner. Of er gaat minder worden gereisd. Of er gaat van de ontvangende theaters meer assistentie in materieel opzicht worden gevraagd.
Grote gesubsidieerde gezelschappen zullen wellicht met kleinere productie gaan reizen. Een in fysieke omvang kleinere productie zegt immers niets over de kwaliteit of zeggingskracht van de productie. En vanuit milieuoogpunt is er ook iets voor te zeggen.
Wellicht dat, door de kleinere actieradius van emissieloze vrachtwagens, met de kleinere afstanden die gereden kunnen worden de gezelschappen zich meer zullen richten op hun eigen regio.
Van de ontvangende theaters zal zeker ook een investering gevraagd gaan worden. Naast laadpalen in de expeditie en/of bufferopslag kunnen er op de grote daken van de theaters de nodige zonnepanelen. Daarnaast zal er meer gevraagd worden op het gebied van apparatuur. Want als de reizende producties minder mee kunnen nemen, zal er een groter beroep worden gedaan op de apparatuur van het ontvangende theater. Reizende producties nemen vaak specifieke licht- en videoapparatuur mee, omdat niet elk theater dezelfde kwaliteit apparatuur heeft.
Het zou helpen als er voor deze componenten naar meer eenheid gezocht wordt. Apparatuur die riderproof is. Riderproof gold al voor de luidsprekersystemen, maar het zou ook goed zijn om, in deze tijd van overgang naar LED-verlichting, na te denken over riderproof licht of riderproof projectoren.
Het zijn grote investeringen voor de theaters, maar zo’n nieuw begin biedt, voor zowel de theaters als voor de reizende gezelschappen, nieuwe kansen.
Minder apparatuur mee hoeven nemen, omdat de gewenste apparatuur al aanwezig is, en dan is het dus ook al op de posities in het theater waar de productie het nodig heeft. Alleen de voorstellingsgegevens worden meegenomen en gekoppeld aan de apparatuur van het ontvangende theater. De reizende productie sluit zijn data aan op de apparatuur van het theater. Minder transport, minder sjouwen met apparatuur, minder kabels aansluiten. Sneller, handiger en daardoor goedkoper en door minder transport, beter voor het klimaat.
Met de overgang naar emissieloze vrachtwagens zullen theaters uitgerust moeten gaan worden met speciale vrachtwagenlaadpunten. Er is dan meer dan voldoende tijd om op te laden. Misschien zelfs wel zo veel tijd dat het vrachtwagenlaadpunt ook commercieel ingezet kan worden voor andere vrachtwagens. Want waar in de binnenstad vind je een opstelplek met een laadpunt?
De overgang naar emissieloos vrachttransport is onomkeerbaar, het gaat er, zeker in de binnenstad, komen. Theaters gaan niet weg uit het centrum van de stad. Theaters en gezelschappen moeten dus iets gaan doen. Het kan niet zo zijn dat we straks doen alsof het ons allemaal overkomt, met daarna de voorspelbare klaagzang dat alleen de commerciële energie- en transportpartijen er beter van worden. Ook de bouw in de binnenstad heeft er mee te maken en past zich aan. Er is nu een kans om voor te sorteren op deze ontwikkeling en veranderingen te bewerkstelligen. Daar moeten gesprekken voor gevoerd worden met brancheverengingen, gemeenten, provincie en het rijk. Trek het breder dan alleen die vrachtwagen, zie de kansen, start het gesprek.
Wordt vervolgd!
Volgende keer gesprekken met transporteurs.